Werkwoord: [h]תִּשָּׁאֶה[h] – tiššaa’e
Eerste stap: de hulpletters verwijderen.
Preformatief ת++ (tav) | → | preformatieve conjugatie (PC) |
Geen persoonsuitgang | → | enkelvoud |
. | → | tweede persoon mannelijk of derde persoon vrouwelijk |
.
- Drie letters blijven over.
- Deze vormen samen het werkwoord:
- → ++שׁאה++ - šaa’aa, "er verlaten, desolaat bijliggen"
- De vocalen passen niet bij de basisstam.
- → die heeft immers doorgaans maar twee lettergrepen
- Het werkwoord komt helemaal niet voor in de PC in de basisstam
Tweede stap: de juiste stamformatie bepalen.
- Aanwijzingen:
- → de vocalisatie is i aa e/ee
- → het werkwoord eindigt op een hee
- De stamformatie is nif‘al.
- Passieve betekenis, mag hier (Jesaja 6,11) actief vertaald.
Resultaat: "jij zult er verlaten bijliggen"; "zij zal er verlaten bijliggen"
Verwante voorbeelden: van het werkwoord ++שׁאה++ - šaa’aa, "er verlaten, desolaat bijliggen"
- → ++שָׁאוּ sjaa’oe