Werkwoord: [h]רָאוּ[h] – raa’oe
Eerste stap: de hulpletters verwijderen.
Geen voorvoegsel Persoonsuitgang וּ - oe | → | derde persoon mannelijk meervoud . | → | afformatieve conjugatie (AC)
.
- Twee letters blijven over: één te weinig voor de wortel.
Tweede stap: de derde radicaal van de wortel vinden.
- Aanwijzingen: afformatieve conjugatie met persoonsuitgang
- → letter aan het eind eraf gevallen: de ה++ (hee)
- Het werkwoord is ++ראה++ - raa’aa, "zien"
Resultaat: “zij hebben gezien”
Verwante voorbeelden: van het werkwoord ++ראה++ - raa’aa, "zien"
- → ++וַיַּרְא wajjar’