Werkwoord: [h]יָאֵר[h] – jaa’eer
Eerste stap: de hulpletters verwijderen.
Preformatief י++ (jod) | → | derde persoon mannelijk |
Geen persoonsuitgang | → | enkelvoud |
. | → | preformatieve conjugatie (PC) |
.
- Twee radicalen blijven over: ++אֵר++ - ’eer.
- Eén radicaal ontbreekt.
Tweede stap: de derde radicaal van de wortel vinden.
Kan er een letter voor, tussenin of achter worden gezet?
Ervoor | ++נ++ (noen) of ++י++ (jod) | → | onduidelijk, verdubbeling kan niet en aa in plaats van ee onder preformatief |
Ertussenin | ++י++/++ו++ (waw/jod) of zelfde als laatste radicaal | → | kan, vocalisatie komt overeen met vervoegde vorm in hif`il-stam |
. | . | → | jussieve mode bij type mediae vocalis |
. | . | → | indicatieve of jussieve mode bij type ultimae geminatae |
Erachter | ++ה++ (hee) of ++א++ (’alef) | → | valt meestal niet eraf bij jiqtol-vormen |
.
Het woordenboek helpt de beste mogelijkheden te controleren.
- ++ארר++ (ultimae geminatae) bestaat niet in hif`iel-stam
- ++אור++ (mediae vocalis) bestaat wel in hif`iel, inclusief gezochte vorm
- De wortel is gevonden: ++אור - ’oor, "licht zijn"
Derde stap: het woord vertalen.
- Stam met het preformatief ha:
- → factitief: "licht doen zijn, verlichten, licht geven"
- Jussieve mode:
- → naast bevel: 'moeten', mag ook wens: 'mogen'.
- → keuze op basis van de semantische context
Resultaat: “moge hij licht geven”