Julianus ‘de Afvallige’ (331/2-363) dankt zijn naam aan het feit dat hij weliswaar christelijk is opgevoed, maar van het christendom is afgevallen en de heidense religie omarmde. Hij was een neef (oomzegger) van Constantijn de Grote. Nadat het merendeel van zijn familie in 337 was vermoord, nam keizer Constantius de beslissingen over waar hij zou wonen en door wie hij werd opgevoed. Toen Julianus in 355 als enig familielid was overgebleven, benoemde Constantius hem tot medekeizer, en nadat Constantius in 361 stierf, werd Julianus keizer. Anderhalf jaar later sneuvelde hij in de strijd tegen de Perzen. Van hem zijn relatief veel geschriften bewaard gebleven, waarvan waarschijnlijk Tegen de Galileeërs, waarmee hij de christenen bedoelde, het bekendst is.
Lees verder »