Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Jan Brouwers
Dossiers » Ambten

Ambten

De rooms-katholieke kerk kent drie gewijde ambten:

  • bisschop
  • priester
  • diaken

Onder hen nemen de bisschoppen de belangrijkste plaats in. Zij zijn de opvolgers van de apostelen. Dat komt tot uiting in hun wijding: een bisschop wordt gewijd door drie bisschoppen, die op hun beurt ook weer door drie bisschoppen zijn gewijd. Zo ontstaat de apostolische successie: de opeenvolging van bisschoppen die teruggaat tot de apostelen. Op hun beurt hebben de apostelen hun zending ontvangen van Jezus Christus ontvangen.

In de vroegste tijd van het christendom ontstonden twee ambten ter ondersteuning van de bisschop: dat van priester en dat van diaken. Priesters en diakens worden gewijd door een bisschop. Aldus maken ze met de bisschop deel uit van de wijdingshiërarchie, die herleid kan worden naar de wijdingsmacht die Christus op de apostelen overdroeg.

Deze ambten zijn bijzondere vormen van de zending die iedereen die gedoopt is heeft ontvangen. Samen vormen gedoopte en gewijde gelovigen een afspiegeling van de eerste apostelen en de andere volgelingen van Jezus Christus.

Daarnaast kent de rooms-katholieke kerk ook een bestuurshiërarchie. Deze heeft zich ontwikkeld om de kerk als organisatie te kunnen laten functioneren. Zowel bisschoppen als priesters, diakens en niet gewijde gelovigen kunnen bestuursfuncties binnen de kerk vervullen. Voor een aantal functies is wel een wijding noodzakelijk. Zo is een bisschop vaak bestuurder van een bisdom; een priester pastoor van een parochie. Bestuursmacht en wijdingsmacht vallen dan samen in één persoon.

Maar die beide machten zijn ook weer te scheiden. Een bisschop treedt doorgaans af als bestuurder van een bisdom als hij 75 jaar is. Maar hij blijft dan bisschop: die wijding wordt niet ongedaan gemaakt. Het is dan ook onjuist om te spreken van ‘ex-bisschop Bluyssen van ’s-Hertogenbosch’. Hij is immers nog steeds bisschop, maar is geen bestuurder meer van het bisdom ’s-Hertogenbosch. Zijn wijdingsmacht heeft hij behouden, maar zijn bestuursmacht heeft hij opgegeven.

Een wijding kan nooit ongedaan gemaakt worden. Wel kan iemand die gewijd is gesuspendeerd worden, dat wil zeggen dat hij zijn bevoegdheden niet meer mag uitoefenen. Ook kan iemand teruggezet worden tot de lekenstaat, gelaïceerd worden. Dit is bijvoorbeeld het geval met priesters voor wie het celibaat een te zware opgave is geworden en die in het huwelijk willen treden. Hun wijding blijft geldig, maar zij kunnen hun taken niet meer uitoefenen, zodat ze bijvoorbeeld niet meer kunnen voorgaan in een eucharistieviering. Zelfs excommunicatie maakt een wijding niet ongedaan. Als een excommunicatie wordt opgeheven, kan iemand die gewijd is al zijn bevoegdheden weer opnemen.

Over wijdingen en ambten in de vroege kerk zie het dossier over dit onderwerp

Over de ontwikkeling van de stappen naar de verschillende wijdingen: het dossier 'Cursus honorum'

Over wijdingsgebeden in de Oudheid: het dossier 'Sacramentarium Veronese' en het dossier 'Traditio apostolica'

Lees verder »