De oosterse kerkvader Johannes Chrysostomus (349/350-407), priester in Antiochië en later bisschop van Constantinopel, is één van de meeste befaamde predikers uit de geschiedenis van het christendom. Zijn populariteit blijkt ook uit het feit dat zijn werk grotendeels bewaard is gebleven en ook in het Westen wijd verspreid was, zeker in vergelijking met de andere Antiocheense kerkvaders.

Naast zijn eigen feestdag op 13 november (Orthodoxe Kerk) en 13 september (Westerse Katholieke traditie), heeft Chrysostomus samen met Basilius van Caesarea en Gregorius van Nazianze een gezamenlijke feestdag op 30 januari, aangezien zij beschouwd worden als de drie grote hiërarchen, kerkleraren, van de oosterse kerk. Paus Pius V heeft hem in 1568 tot kerkleraar (doctor ecclesiae) uitgeroepen.