Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Hans van Loon
Dossiers » Valentinus » introductie » Valentinus (ca. 150)

Valentinus (ca. 150)



Het leven van Valentinus

Van het leven van Valentinus is weinig meer met zekerheid bekend dan dat hij halverwege de tweede eeuw ongehinderd in Rome werkte en school maakte als een platonistisch geïnspireerde theologische leraar.

Meer dan twee eeuwen later zegt Epiphanius te weten dat Valentinus in een dorp in de Egyptische Delta is geboren en in Alexandrië een Griekse opvoeding heeft gehad. Maar Epiphanius vermeldt erbij dat deze kennis gebaseerd is op een gerucht (phêmê tis) waarvan hij na enig speurwerk op de hoogte was gekomen (Panarion 31.2.2).

We weten niet wanneer en hoe Valentinus christen is geworden. Clemens van Alexandrië schrijft dat zijn volgelingen beweerden dat Valentinus een zekere Theodas had gehoord die een leerling van de apostel Paulus zou zijn geweest (Stromateis VII.106.4). Als we aannemen dat er een leerling van Paulus met de naam Theodas heeft bestaan (hij wordt in de vroegchristelijke literatuur verder niet genoemd) en dat deze in het jaar 50 ongeveer 20 jaar was, kan hij niet veel jonger dan 80 zijn geweest toen hij Valentinus ontmoette. Waarschijnlijk is deze ‘apostolische successie’ bedacht en geclaimd door volgelingen van Valentinus (zoals Clemens lijkt te suggereren).

In een kort bericht in zijn Tegen de ketterijen (III.4.3) merkt Irenaeus op dat er geen valentinianen waren vóór Valentinus, zoals er ook geen marcionieten waren voor Marcion. Blijkbaar wil hij duidelijk maken dat het valentinianisme en andere ‘heresieën’ secundaire afsplitsingen zijn van de christelijke orthodoxie. Vervolgens schrijft hij dat Valentinus tijdens het episcopaat van Hyginus (136-140?) naar Rome kwam, dat hij zijn beste tijd had (êkmase) toen Pius bisschop was (140-155?) en dat hij in Rome verbleef tot in de tijd van bisschop Anicetus (155-166?).

Tertullianus over Valentinus

Evenals Irenaeus betoogt Tertullianus dat de orthodoxe waarheid er eerder was dan de dwaling. In zijn Geschrift tegen de ketters (30.1) stelt hij de retorische vraag: ‘Waar was in die tijd [nl. toen de apostelen het evangelie verkondigden] Valentinus?’ Tertullianus karakteriseert Valentinus waarschijnlijk terecht als een aanhanger van het platonisme. Hippolytus (Weerlegging VI.21.1; 29.1) bevestigt dit en het kan ook uit de bewaard gebleven fragmenten van geschriften van Valentinus geconcludeerd worden.

Tertullianus merkt verder op dat Marcion en Valentinus aanvankelijk de katholieke/algemene leer onderschreven. Minder waarschijnlijk (omdat het strijdig is met wat we uit andere bronnen kunnen afleiden) is zijn bericht dat Valentinus, evenals Marcion, al in zijn Romeinse tijd uit de kerkelijke gemeenschap is gestoten. Onwaarschijnlijk is ook de datering: volgens dit bericht van Tertullianus zou dat pas in de tijd van bisschop Eleutherius (175-189?) gebeurd zijn. Zoals boven vermeld, bleef hij volgens Irenaeus in Rome tot in de tijd van bisschop Anicetus (155-166?).

Meer gedetailleerde informatie over het leven van Valentinus vinden we in een waarschijnlijk enkele decennia later geschreven werk van Tertullianus, Tegen de valentinianen. Tertullianus vertelt hier dat Valentinus was opgevallen door zijn begaafdheid en zijn welsprekendheid en dat hij daardoor hoopte op het bisschopsambt. Toen aan een ander de voorkeur gegeven werd, omdat deze – niet bij name genoemde – persoon (de latere Pius I?) als een geloofsheld werd beschouwd (ex martyrii praerogativa), zou hij met de Kerk gebroken hebben (4.1). Als we zouden aannemen dat Valentinus al in zijn Romeinse tijd in conflict gekomen is met de kerkelijke hoofdstroming, dan was dat volgens dit geschrift van Tertullianus dus niet vanwege zijn theologische opvattingen. Hij zou zelf uit een soort gekwetste ijdelheid de Kerk verlaten hebben.

De historische betrouwbaarheid van wat Tertullianus hier schrijft is moeilijk te beoordelen. Als het verhaal klopt, was de positie van Valentinus in de christelijke gemeenschap van Rome blijkbaar zodanig dat hij kon menen in aanmerking te komen voor de bisschoppelijke waardigheid. Maar het gaat misschien om een anti-heretische gemeenplaats. In de heresiologische literatuur, m.n. ook in een eerder werk van Tertullianus zelf (Over de doop 17.2: ‘De wedijver om het bisschopsambt is de moeder van de scheuringen’), krijgen tegenstanders vaker het verwijt dat zij de waardigheid van het bisschopsambt begeerden (zie ook bijv. Hippolytus, Weerlegging IX.11.1; Eusebius, Kerkgeschiedenis IV.22.5).

Epiphanius over Valentinus

Epiphanius is onze enige bron over de laatste periode van het leven van Valentinus. Hij schrijft dat Valentinus na een schipbreuk in Cyprus aankwam. De heresioloog lijkt te suggereren dat het minstens ook om een geestelijke schipbreuk ging: na de schipbreuk zou hij van zijn orthodoxe geloof zijn gevallen en zijn verstand verloren hebben (Panarion 31.7.2). Dit bericht over zijn geloofsafval impliceert dat Valentinus in zijn Romeinse tijd nog niet als een hereticus werd gezien en bestreden. Bij het beoordelen van de historische waarde van wat Epiphanius over Valentinus schrijft (ook over zijn geboorteplaats en zijn Alexandrijnse scholing, zie boven) moet worden bedacht dat Epiphanius bisschop was van het Cypriotische Salamis toen hij zijn grote ketterbestrijding schreef (in 380-5). Als Valentinus de laatste jaren van zijn leven inderdaad op het eiland Cyprus heeft doorgebracht, kunnen we niet helemaal uitsluiten dat Epiphanius daar nog oude tradities over hem op het spoor is gekomen.

Valentinus een hereticus?

We kunnen uit deze patristische berichten niet afleiden dat Valentinus in zijn eigen tijd al als een hereticus werd beschouwd. Hierbij moet in aanmerking genomen worden dat het over verschillende huisgemeenten verspreide christendom in Rome halverwege de tweede eeuw nog geen centraal bisschoppelijk gezag kende en dat de christelijke theologie in die tijd nog in een experimenteel stadium verkeerde. Er was dus ook nog geen consensus over wat wel en niet als orthodox kon gelden. (De grote uitzondering is de verwerping, waarschijnlijk al in 144, van de leer van Marcion. Maar Marcion ging zover dat hij het hele Oude Testament, en uitdrukkelijk ook de God van het Oude Testament, verwierp, evenals verschillende in zijn ogen te Joodse vroegchristelijke geschriften.)

De leer van Valentinus

We kunnen ons een idee vormen van de leer van Valentinus op basis van fragmenten uit zijn werken en opmerkingen over zijn opvattingen die we in geschriften van diverse kerkvaders tegenkomen. Maar die spreken elkaar ook wel eens tegen. Zo vinden we in de fragmenten uit Clemens van Alexandrië en Hippolytus het woord aeon slechts éénmaal en wel in het enkelvoud, terwijl er volgens Tertullianus van een aeonenleer bij Valentinus sprake is. Het is niet onmogelijk dat het in Nag Hammadi gevonden Evangelie der Waarheid, gezien zijn eenvoudige aeonenleer, door Valentinus zelf is geschreven, maar waarschijnlijk vormt het een tussenstadium tussen Valentinus en de latere valentiniaanse gnostiek.

Zie verder het dossier Valentinus: leer.

(door Gerard Luttikhuizen)



Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Gerard Luttikhuizen.