Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Sjoerd van Hoorn
Dossiers » Pascal, Blaise » introductie » Pascals weddenschap

Pascals weddenschap

Blaise Pascal hecht in de laatste instantie veel minder belang aan de klassieke theologisch-filosofische godsbewijzen dan in de traditie gebruikelijk is. Volgens hem is godskennis namelijk alleen echt mogelijk door geloof. Niettemin biedt hij een beroemd geworden argument voor het geloof op God. Dit argument is bekend komen te staan als Pascals weddenschap. In zijn wiskundige werk had Pascal zich bezig gehouden met de waarschijnlijkheidsrekening, die we ondermeer als een wiskundige theorie over gokken kunnen zien. De waarschijnlijkheidsrekening komt in zekere zin ook kijken bij de beroemde weddenschap. Hoe zit deze nu in elkaar? Als er een God is begrijpt de mens Hem niet omdat Hij ondeelbaar en grenzeloos is – Hij heeft niets met ons gemeen en wij zijn niet in staat te weten wat Hij is en evenmin of Hij bestaat of niet bestaat. Alleen door geloof weten we dat Hij bestaat. Er zijn geen argumenten voor het geloof juist omdat het gelóóf is. “Ik zeg credo, niet scio (ik geloof, niet: ik weet) stelt Pascal. “Juist doordat het de gelovige ontbreekt aan bewijs ontbreekt het hem niet aan inzicht”, zegt hij zelfs. Maar als dat zo is, hoe kiezen we dan tussen de gedachten God bestaat en God bestaat niet? Er zijn geen verstandelijke argumenten die uitsluitsel geven, gooien we dus een munt op. Waarop moet je wedden? Voor geen van beide mogelijkheden is er een argument. Welke keuze levert het minste profijt? Stel: kruis is God bestaat en munt God bestaat niet. Als je wedt dat God bestaat en je wint (dat wil zeggen: als God bestaat), dan win je alles. Als je verliest, verlies je niets. (Want dan bestaat God immers niet.) Door te geloven is er een oneindigheid aan geluk te winnen tegenover een beetje geluk dat we inzetten in onze weddenschap. Als ik op God wed, dus in Hem geloof, win ik mogelijk alles, maar als God niet bestaat, verlies ik niets en heb ik bovendien nog goed geleefd. Er is dus alle reden om erop te wedden dat God bestaat. Hoe verhoudt deze koele redenering zich nu tot het beleden geloof van Pascal? Hij herinnert de lezer dat zijn woorden zijn opgeschreven door een man die ervoor en erna op zijn knieën is gevallen om te bidden. In tegenstelling tot filosofen als Descartes en Leibniz is een argument inzake God voor Pascal niet veel meer dan een rationeel hulpje van het geloof.

 



Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan prof.dr. P. Jonkers.