Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Sjoerd van Hoorn
Dossiers » Laïcité » introductie » Een beknopte geschiedenis van de laïcité

Een beknopte geschiedenis van de laïcité

Het woord 'laïcité' stamt uiteindelijk af van het Griekse woord laos, dat volk betekent. De afstamming verloopt via het het Latijnse laicus, dat leek betekent. Het woord is in de moderne tijd gaan staan voor een bepaald soort seculariteit. Waar secularisatie in het algemeen wijst op een proces waarin religie steeds meer verdwijnt uit het centrum van de samenleving, staat laïcité voor een bewust gevoerde politiek van een scheiding van kerk en staat. Hoewel het begrip laïcité bijvoorbeeld ook wordt toegepast op de scheiding van religie en staat in Turkije, is het toch in de eerste plaats een Frans begrip.

Er heeft lang een nauwe band bestaan tussen de katholieke kerk in Frankrijk en de Franse staat. De Franse katholieke kerk was Gallicanistisch, dat wil zeggen dat de staat zeggenschap had over de Franse kerk. Daar tegenover stond dat Frankrijk gold als la fille aînee de l’église – de oudste dochter van de kerk.  

De nieuwe tijd geeft echter een heel ander beeld te zien van de verhouding tussen kerk en staat in Frankrijk. Er zijn met name drie onmisbare momenten in de geschiedenis van de laïcité.

Met de Franse revolutie (1789) wordt het ancien régime (de monarchie) op gewelddadige wijze afgeschaft. Bovendien vormt de Verklaring van de rechten van de mens uit 1789 het begin van de Franse secularisatie. In de Verklaring is het niet langer de kerk die het laatste woord heeft. Het zijn niet de katholieken, het zijn mensen waar het om gaat. Daar komt bij dat volgens de Verklaring de natie (nation) en dus niet de kerk soeverein is. Verder kondigt de Verklaring de heerschappij van wetten en niet van mensen af.

Een tweede moment in de geschiedenis van de laïcité vinden we bijna een eeuw later. In maart 1882 loodst Jules Ferry een onderwijswet door het parlement waarin de laïcité van het onderwijs verplicht wordt gesteld. Morele vorming komt in handen van de school en niet meer in handen van de kerk. Ferry drukt onderwijzers en leraren de principes nog eens op het hart in zijn Lettre aux instituteurs uit 1883. De wetten van Ferry, die werden voorafgegaan door wetten om de clerus buiten de onderwijsautoriteiten te krijgen, passen precies in het streven van de Derde Republiek (1870-1940) om de inwoners van Frankrijk, tot dan toe vooral gebonden aan de verschillende regio’s en de onderscheiden talen van Frankrijk waarvan Frans er maar één was, werkelijk tot Fransen te maken. De Derde Republiek is door de historici Jacques en Mona Ozouf omschreven als de République des instituteurs – de republiek der leraren. Ferry zag het onderwijs en niet de kerk als de toekomst van Frankrijk.

Het derde moment bestaat uit de wet op de scheiding van kerk en staat van 9 december 1905: la loi de séparation de l’églises et de l’état. Deze Wet van 1905 geldt samen met de Verklaring van de rechten van de mens als dé pijler van de Franse republiek. De wet kwam voort uit een ingewikkeld compromis tussen anti-klerikale hardliners als Émile Combes en meer gematigde politici als Aristide Briand. Ze schrijft voor dat de Franse staat neutraal is ten opzichte van religies en dat ze de vrijheid van godsdienst garandeert. Daarnasst zegt de wet dat de Franse staat geen enkele religie mag subsidiëren. Artikel 1 luidt dat de staat geen enkele religie (‘culte’) erkent of subsidieert. Artikel 2 luidt dat de staat de vrije uitoefening van religies garandeert, behalve in de gevallen waarin religies een gevaar voor het openbare welzijn vormen.

Hoewel de wet van 1905 een bijna sacrale status heeft bereikt als grondleggende tekst van de Franse republiek, is er ook na die tijd nog de nodige wetgeving omtrent de laïcité gemaakt. Het meest opvallende is daarbij dat de Franse staat kerken en synagoges van voor 1905 onderhoudt.

In 2004 werd een wet ingevoerd die het dragen van opvallende religieuze symbolen, waarmee in de eerste plaats hoofddoeken worden bedoeld, op scholen verbiedt. Deze wet op de hoofddoekjes wordt vaak gezien als een teken dat het Franse anti-klerikalistische republikanisme zich tegenwoordig vooral richt tegen wat gezien wordt als de groeiende invloed van de Islam.

De christelijke kerken, die zich lange tijd verzet hebben tegen de laïcité, zien haar tegenwoordig met name als een kans voor het christendom. Omdat de kerk geen macht meer heeft kan zij haar christelijke taak, het brengen van vrede en liefde beter uitvoeren.
 
 
Geraadpleegde literatuur
 
John Bowen, Why the French Don't Like Headscarves, Princeton, 2007.
Marcel Gauchet, Religie in de democratie, Amsterdam, 2006.
Benedikt Kranemann & Myriam Wijlens (red.), Religion und Laicité in Frankreich, Würzburg, 2009.
Marijn Kruk, Parijs denkt, Amsterdam, 2009.
 
Websites
 
Histoire de la laïcité en France http://fr.wikipedia.org/wiki/Histoire_de_la_la%C3%AFcit%C3%A9_en_France#Les_origines_de_la_la.C3.AFcit.C3.A9
 
La loi de séparation des Églises et de l'État http://fr.wikipedia.org/wiki/S%C3%A9paration_des_%C3%89glises_et_de_l%27%C3%89tat_en_1905
 
Déclaration des droits de l'homme et du citoyen de 1789 http://www.conseil-constitutionnel.fr/conseil-constitutionnel/francais/la-constitution/la-constitution-du-4-octobre-1958/declaration-des-droits-de-l-homme-et-du-citoyen-de-1789.5076.html



Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan "drs, Sjoerd van Hoorn".