Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Hosea, het boek » introductie » Hosea

Hosea



Het Bijbelboek Hosea behoort tot de twaalf zogenaamde 'kleine profeten' en neemt binnen deze verzameling van twaalf profetische werken een prominente plaats in.Het boek bestaat uit veertien hoofdstukken en kan naar de inhoud in tweeën gedeeld worden: een eerste deel, bestaande uit de eerste drie hoofdstukken, handelt over het huwelijksleven van de profeet Hosea, dat tevens metaforisch geduid kan worden als de relatie tussen God en zijn volk Israël. Het tweede deel, dat de overige elf hoofdstukken omvat, bevat diverse profetieën, en redevoeringen van de profeet. Het beeld van Israël als ontrouwe bruid wordt in dit Bijbelboek vrij sterk aangezet: Hosea schroomt niet het gedrag van het volk Israël scherp te veroordelen, zoals treffend verwoord in Hos 1:2, '...het land loopt door zijn overspel van de HEER weg'.

Naamgeving

Het Bijbelboek Hosea is vernoemd naar de gelijknamige profeet die in het boek optreedt. De naam Hosea betekent in het Hebreeuws ‘redding’. In de versio vulgata, de Latijnse vertaling van de bijbel, is de naam van het boek (en van de profeet) Osee. In de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuagint, wordt de naam van het Bijbelboek eveneens weergegeven als Ὠσηέ (‘Osee’). In het Engels en het Duits luidt de titel van het boek Hosea.

Plaats binnen het Oude Testament

Het Bijbelboek Hosea behoort tot de verzameling geschriften die in de joodse traditie wordt aangeduid als nevi’im of ‘profeten’. Binnen deze groep Bijbelboeken is er nog een tweedeling gemaakt tussen enerzijds nevi’im rishonim of ‘vroege profeten’, en nevi’im aharonim of ‘late profeten’. Hosea behoort tot die laatste groep, en wordt samen met nog elf profetische boeken (Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habbakuk, Sefanja, Haggai, Zacharia en Maleachi) tot de ‘twaalf kleine profeten’ gerekend. In de Hebreeuwse bijbel is de volgorde als volgt: eerst komen de vijf boeken van de Torah, dan de nevi’im, en ten slotte de ketuvim of ‘geschriften’. De kleine profeten komen binnen de afdeling nevi’im als laatste. Hosea is het eerste boek van de kleine profeten: het wordt gevolgd door het boek Joël.

Ook binnen de canonieke volgorde van de christelijke bijbel is het Bijbelboek Hosea het eerste van de twaalf kleine profeten. Deze twaalf zijn echter niet te vinden in het midden van het Oude Testament, maar aan het einde. Dit komt omdat men de indeling naar ketuvim en nevi’im in de christelijke canon grotendeels heeft laten varen.

Structuur en verhaalelementen

[De onderstaande tekst is een fragment uit het hoofdstuk Joël, Obadja, Nahum, Habakuk, Sefanja, Haggaï, Zacharia, Maleachi, geschreven door Klaas Spronk en verschenen in: Jan Fokkelman, Wim Weren (red.), De Bijbel Literair, Zoetermeer/Kapellen 2005.]

Op deze plaats kan worden opgemerkt dat het [Bijbelboek Hosea] goed functioneert als inleiding. Het begin wordt duidelijk gemarkeerd: ‘Hier beginnen de woorden van de HEER tot Hosea’ (Hos.1:2). In geen van de volgende elf boeken vinden we een dergelijke aanhef. Behalve deze formele opmaat in 1:2 kan men de eerste drie hoofdstukken zien als een inleiding op de centrale thematiek van de twaalf profeten. Het zal steeds gaan over de spanningen binnen de relatie tussen de HEER en zijn volk, over trouw en ontrouw. Bij Hosea wordt dat aanschouwelijk gemaakt in de relatie van de profeet met een hoer als beeld voor het overspelige gedrag van het volk Israël ten opzichte van zijn God. Datzelfde beeld zal weer worden opgenomen aan het slot van de twaalf profeten, namelijk in Maleachi 2:10-16. Gelijk al aan het begin klinken woorden die als een refrein terugkeren in de hierna volgende boeken, namelijk de aankondiging van ‘de dag’ waarop God zal ingrijpen (Hos.1:5).Vaak zal er sprake zijn van ‘de dag des Heren’. Maleachi eindigt ermee in 3:23. Het is een thema dat verder uitgewerkt wordt in het nu volgende boek [Joël, red.].


Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Prof. dr. Klaas Spronk.