Op het concilie van Efeze in 431 stond een christologische vraag centraal. Aartsbisschop Cyrillus van Alexandrië beschuldigde zijn college uit Constantinopel, Nestorius, ervan Jezus Christus op te splitsen in twee personen. Daartegenover benadrukte hij dat Christus één entiteit is, die zowel God als mens is. Aartsbisschop Celestinus van Rome had vóór het concilie de leer van Nestorius al veroordeeld. Op last van keizer Theodosius II moest het concilie met Pinksteren 431 worden geopend. Toen aartsbisschop Johannes van Antiochië en de zijnen, die Nestorius welgezind waren, na twee weken nog niet gearriveerd waren, opende Cyrillus het concilie en Nestorius’ leer werd veroordeeld. Johannes kwam ca. vijf dagen daarna aan en belegde zijn eigen concilie, dat Cyrillus excommuniceerde. Keizer Theodosius spoorde de bisschoppen vervolgens aan alsnog tot overeenstemming te komen, wat pas in 433 tot een hereniging leidde. Het door Cyrillus geleide concilie staat bekend als het ‘derde oecumenische concilie’ en de ‘Formule van hereniging’ uit 433 is een gecanoniseerde tekst.
Lees verder »