In juni van dit jaar nam de Tweede Kamer een motie aan waarin onverdoofd slachten werd verboden. Hoewel niet zo geformuleerd richt deze bepaling zich op bepaalde (orthodoxe) groepen uit joodse en islamitische hoek die uit religieuze overwegingen dieren onverdoofd slachten. De discussie binnen en buiten de Tweede Kamer ging dan ook over dierenwelzijn, een al dan niet betuttelende overheid, maar vooral ook over de Vrijheid van Godsdienst en de grenzen ervan.
De Vrijheid van Godsdienst is de Nederlandse en Europese grondwet opgenomen en garandeert dat elke gelovige in vrede zijn of haar geloof mag belijden binnen de grenzen van de wet. En nu de grenzen van de wet in de richting van de godsdienstvrijheid wordt opgeschoven - zo ervaren veel gelovigen dat zelf - komt de vraag boven wat de grenzen zijn van gelovige handelen in de praktijk. Zeker nu er diverse langlopende maatschappelijke discussies worden gevoerd over allerlei zaken die onder de mantel van de Godsdienstvrijheid worden bedekt: discriminatie van homoseksuelen, het onderwerpen van vrouwen, enzovoorts.
In het dossier 'Godsdienstvrijheid' wordt dieper ingegaan op de geschiedenis van deze grondwet, de grenzen ervan en de houding die de r.-k. kerk heeft tegenover dit civiel recht.
Lees het dossier 'Godsdienstvrijheid'.