Het is kennelijk leuk om te melden dat de rooms-katholieke kerk Neerlands populairste heilige, ‘Sinterklaas’, van de heiligenkalender gehaald zou hebben (NRC, 17-11-2012). Maar waar is het niet. De Romeinse kalender vermeldt nog altijd zijn naamdag op 6 december en licht toe waarom hij wordt vereerd. Aan hem is volgens de Kerk, en volgens menig historicus, niets ‘ongeloofwaardigs’.
Ja, een eveneens populaire volksheilige als de legendarische Sint Christoffel die het Christuskind op zijn schouders torste, is van die kalender afgevoerd. Maar de heilige Nicolaas van Myra is andere koek. Natuurlijk zijn er in de loop der eeuwen sensationele wonderen aan de man toegeschreven, maar het oudst bekende handschrift over hem, Praxis de stratelatis, dateert waarschijnlijk uit de vijfde eeuw, dus van kort na zijn dood in 340, en bevat een historisch plausibel verhaal dat in 1989 is vertaald door Rita Ghesquire.
Turkije
Dat verhaal vangt aan in Constantinopel, de jonge hoofdstad van het Romeinse Rijk waarin het christendom zojuist is gepromoveerd tot erkende godsdienst. Van daaruit vaart een oorlogsschip uit onder aanvoering van drie stratelaten (veldheren) om een opstand in Phrygië te bestrijden (het Zuid-Oosten van het huidige Turkije). Wegens zwaar weer wordt er aangelegd in Myra-haven, waarna de soldaten het schip verlaten om de plaatselijke bevolking te verkrachten en te plunderen. Dat komt bisschop Nicolaas ter ore die drie mijl van de kust in Myra-stad (het huidige Demre) verblijf houdt. Hij kalmeert het volk en gaat op weg naar de haven. Daar vragen de veldheren, godbetert, om hen zijn zegen te geven over de militaire expeditie in Phrygië. In zijn reactie op deze vraag, toont Nicolaas zich geen antimilitarist maar wel een groot tacticus. Hij nodigt de veldheren uit met hem mee naar de stad te gaan om daar zijn zegen te ontvangen. Onderweg bevelen zij de soldaten dan om de vrede te bewaren, niemand te bedreigen of zich ongedisciplineerd te gedragen. Deze actie wordt beschouwd als het eerste wonder: hoe de bisschop de onlusten bedwong door zijn optreden tegen de Romeinse veldheren.
Bisschop
Nog steeds op weg naar het bisschoppelijk verblijf, komen er vervolgens mensen op Nicolaas af die hem toeroepen: ‘Ach heer, was u nou maar in de stad geweest: nu worden drie onschuldigen terechtgesteld. De commissaris van de keizer heeft zich laten omkopen en drie burgers voor de rechter gesleept! Hij, Eustatios (‘Van Stavast’) dreigt drie eerzame burgers met het zwaard te laten ombrengen.’ De bisschop snelt vervolgens via de Leeuwenplaats, het Martelaarsgraf, en de stadstoren naar Berras, de executieplaats. Interessant is dat de plaatsaanduidingen grotendeels historisch zijn. En de ruïne van Myra is nog steeds te bezoeken. De functie-aanduidingen zijn echter eerder vijfde-eeuws, dan vierde-eeuws. Ook die worden precies weergeven. Wanneer bisschop en veldheren arriveren, treffen ze een verzamelde menigte en het volgende tafereel: de rechter legt het zwaard in de handen van de beul, de drie geknevelde burgers worden geblinddoekt, knielen neer en steken hun nek uit. Juist op tijd springt de bisschop naar voren, pakt het zwaard van de beul en slingert het weg. De boeien van de burgers maakt hij los en zegt: ‘Ik ben bereid om voor deze onschuldigen te sterven!’ Vervolgens stormt hij naar de ambtswoning van de commissaris van de keizer en dreigt dat hij zijn corrupte praktijken door zal geven aan de keizer via de toevallig aanwezige veldheren. Van Stavast zwicht: zijn maatregelen waren onrechtmatig.
Drie veldheren
Dit is het oudste verhaal dat over Nicolaas wordt verteld. In hetzelfde handschrift wordt verhaald hoe de drie veldheren na thuiskomst slachtoffer worden van machinaties aan het hof en in de gevangenis terechtkomen. Daar herinneren ze zich hoe Nicolaas het voor onschuldigen opnam en vragen deze levende heilige om zijn voorspraak bij de mensvriendelijke God. Deze verschijnt vervolgens in de dromen van zowel het hoofd van het openbaar ministerie Ablabios (‘Vandenprinsgeenkwade’) als van keizer Constantijn. In deze nachtmerries uit Nicolaas plastische bedreigingen aan hun adres. De drie veldheren worden daarop vrijgelaten en voor een met kostbaarheden vergezelde missie uit dankbaarheid naar de bisschop gezonden.
Schip
De icoon van Nicolaas met de drie veldheren in een schip, werd in West-Europa geassocieerd met een urban myth die in de Middeleeuwen de ronde deed over een vreemdeling die drie jongelingen uit het pekelvat redt. En zo groeide de historische Nicolaas uit tot een figuur die tot op de dag van vandaag her en der kan verschijnen. In 1969 is besloten om de liturgie van de heilige Nicolaas van Myra te degraderen van ‘algemeen’ tot ‘particulier’, maar vereerd wordt hij nog altijd. Een overijverige jezuïet heeft ooit het verhaal de wereld in geholpen dat hij heilige-af zou zijn en velen blijven deze misvatting herhalen. Nicolaas staat echter nog steeds officieel ter beschikking als voorbeeld en voorspreker van alle gelovigen, zowel de tijdelijke als de permanente.
Bezoek het dossier over de H. Nicolaas.
Kees de Groot (Tilburg School of Catholic Theology)