Brieven- - Hoewel de brieven als geheel in dit overzicht zijn gerangschikt onder niet te dateren werken, zijn de brieven afzonderlijk in de zeventiende eeuw door de mauristen opnieuw genummerd, waarbij zoveel mogelijk de chronologische volgorde van de brieven is aangehouden. Een verantwoording van deze nieuwe ordening is uitgewerkt in PL 33,13-48. Hoe deze nummering zich tot de oude verhoudt, vindt men terug in PL 33, 1163-1169. Een alfabetisch overzicht van adressanten en geadresseerden vindt men in PL 33,1170-1172. De mauristen hebben de brieven in vier groepen ingedeeld: Groep 1 bevat de brieven 001-030 uit de jaren 386-395. Groep 2 de brieven 031-123 geschreven in 396-410. Van deze brieven worden de nummers 54-55 als een afzonderlijk werk beschouwd: nr 70 inq.Ian. Evenzo is brief 102 terug te vinden als nr 106 qu.c.pag. Groep 3 met de brieven 123-231 uit de periode 411-430. Van deze brieven wordt nummer 140 als afzonderlijk werk gezien: nr 66 gr.t.nou. Evenzo brief 147 als nr 128 uid.deo, brief 166 als nr 93 orig.an., brief 167 als nr 114 sent.Iac., brief 185 als nr 25 correct., en brief 187 als nr 100 praes.dei. Groep 4 met de brieven 231-270 (271) die moeilijk of niet te dateren zijn. Tenslotte moeten de brieven worden genoemd die zijn ontdekt door Johannes Divjak en gepubliceerd in CSEL 88 en in de Franse reeks OSA 46B. Het gaat hier om 31 brieven met de nummers 1*-29*. De volgorde van deze brievenreeks is niet chronologisch.