Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Petra Stassen
Dossiers » Herbestemming (kerkgebouw)

Herbestemming (kerkgebouw)

 

Het katholieke kerkgebouw is een door de bisschop gewijd (of gezegend) gebouw. Daarmee is het voortaan een sacraal (heilig) gebouw, niet alleen als er vieringen plaatsvinden. Een onjuist gebruik kan het gebouw ontheiligen en dit dient te allen tijde voorkomen te worden. Vanwege de waardige uitstraling moet het kerkgebouw goed worden onderhouden, schoon, veilig en mooi zijn. Het kerkgebouw in de RK Kerk is voornamelijk bestemd voor de publieke eredienst en voor de persoonlijke en gemeenschappelijke godsverering. Eventueel kan het gebouw voor andere bijeenkomsten met een religieus karakter worden gebruikt, echter met mate en met instemming van de bisschop. Daartoe dienen goede afspraken gemaakt te worden. Ander gebruik mag het gebouw niet ontheiligen. Niet passend zijn daarom activiteiten als het houden van een bal, markten, verkopingen (ook die met een goed doel), modeshows, politieke bijeenkomsten, conferenties en niet-religieuze concerten, evenals musicals en andere voorstellingen met een profaan karakter. De dagelijkse openstelling van kerkgebouwen, of een deel daarvan, voor gebed, stilte en meditatie, voorziet in een behoefte. Dit vergt van het parochiebestuur en de vrijwilligers de nodige inspanning en begeleiding.
 
 
Herbestemming
 
Herbestemming van kerkgebouwen ligt om verschillende redenen zeer gevoelig. In de afgelopen decennia opgedane ervaring leidt tot verschillende waardering van gerealiseerde projecten. Monumentale kerkgebouwen zijn in feite alleen geschikt om als kerkgebouw te worden gebruikt. Niet alleen vanwege hun emotionele waarde als teken van Gods aanwezigheid, ook vanwege de wijze waarop ze zijn gebouwd, de materialen die gebruikt zijn en het doel waarvoor ze zijn opgericht. Het is dan ook niet alleen de tekenwaarde van het gebouw die herbestemming moeilijk zo niet onmogelijk maakt, ook fysiek leiden de gebouwen er vaak onder. Onwaardige herbestemming tast de kerkelijke beleving aan. Religie wordt tot cultuur of folklore: iets van voorbije tijden, en de kerkgebouwen een relict daarvan. Bisschoppen verzetten zich tegen dergelijke ontwikkelingen en vaardigen richtlijnen uit over mogelijkheden voor de herbestemming van kerkgebouwen. De nieuwe bestemming dient een niet onwaardig gebruik te betekenen. Waar dit niet mogelijk is, opteren de bisschoppen voor sloop. Herbestemming en een zorgvuldig gebouwenbeleid is in de meeste gevallen pas mogelijk als parochies zijn samengevoegd en een parochiebestuur over het totaal aan gebouwen kan spreken. Dan wordt het mogelijk om (kerk)gebouwen een eigen profiel of functie te geven en om op een afgewogen manier gebouwen af te stoten en parochianen samen te brengen in de andere locaties.
 
Niet religieuze bestemmingen
 
Uitgangspunt is dat een kerkgebouw principieel bestemd is voor de eredienst. Een RK kerkgebouw is het zichtbare teken van Gods aanwezigheid op aarde en in onze samenleving. Deze tekenwaarde verdient bescherming en kan alleen behouden blijven indien sprake is van zorgvuldige en respectvolle (her)bestemming. Het komt aan de bisschop toe te bepalen waar in deze de grenzen liggen. Hoe duidelijker het gebouw zelf, door architectuur, verschijningsvorm en/of context, naar de religieuze bestemming verwijst, des te minder mogelijkheden er zijn om aan het gebouw een andere, niet religieuze bestemming te geven.
Cultuurhistorische aspecten spelen in die zin een rol dat het behoud van kerkgebouwen voor hun oorspronkelijke doelstelling, dat wil zeggen voor de eredienst, gebillijkt kan worden, ook als dit betekent dat ander passend gebruik van het gebouw tegelijkertijd moet worden toegestaan. Bij verkoop van een kerkgebouw in verband met herbestemming dient sprake te zijn van marktconforme prijsstelling en van waarborgen om onwaardig gebruik, direct en in de toekomst, tegen te gaan. In die gevallen dat een goede herbestemming niet kan worden gevonden wordt het kerkgebouw gesloopt. In verband met afstoting van gebouwen zijn door de bisschoppen de volgende categorieën en criteria voor niet onwaardig gebruik vastgesteld.
  • Religieuze en andere daarbij passende functie. Het kerkgebouw verandert uiterlijk niet en wordt voortaan ook voor andere dan liturgische vieringen of direct pastorale activiteiten gebruikt. Activiteiten liggen in het verlengde van de eigenlijke liturgische functie van het kerkgebouw (orgelconcerten, kooravonden, kerstconcerten, oratoria, inleidingen over religieuze onderwerpen, diaconiebijeenkomsten, tentoonstellingen van iconen, religieuze objecten en kunst en andere passende culturele activiteiten). Gedurende deze activiteiten wordt het Allerheiligste dat in de kerk bewaard wordt naar een andere waardige plaats gebracht, het tabernakel open gezet en de godslamp gedoofd. 
  • Kerkgebouw in haar oorspronkelijke functie door anderen te behouden. Het kerkgebouw wordt in eigendom of in huur overgedragen aan een geloofsgemeenschap die lid is van de landelijke Raad van Kerken. Een kerkgebouw van de RK Kerk dat aan de eredienst is onttrokken, wordt niet bestemd voor niet-christelijke godsdiensten of levensbeschouwingen.
  • Niet religieuze herbestemming. Indien geen religieuze herbestemming voor het kerkgebouw kan worden gevonden verdient een sociale bestemming de voorkeur. In volgorde van voorkeur valt te denken aan: bibliotheek, wijkhuis, brede schoolvoorziening, gezondheidscentrum, hospice en opvanghuis. Indien deze mogelijkheden niet aanwezig zijn, valt te denken aan een culturele bestemming, zoals een museum, expositie, verhuur van zaalruimte voor concerten, lezingen e.d., echter altijd in het verlengde van de oorspronkelijke betekenis van het gebouw.
  • Geen mogelijkheid van herbestemming. Herbestemmingen die de tekenwaarde van het kerkgebouw letterlijk of figuurlijk teniet doen zijn niet mogelijk. In dit verband valt te denken aan bestemmingen die het gebouw niet toegankelijk maken voor een breder publiek (woningen, appartementen, kantoren e.d.) of die enkel een commerciële exploitatie tot doel hebben (winkels, horeca in de brede zin van het woord, sportscholen e.d.). Deze vormen van herbestemming zijn zozeer in strijd zijn met de oorspronkelijke bestemming van het gebouw dat deze als onwaardig en dus niet acceptabel moeten worden beschouwd. In deze gevallen dient het gebouw te worden gesloopt.