Vanaf de derde eeuw ontstaan er verspreid over Egypte diverse kluizenaarsnederzettingen en kloosters. Van hieruit heeft de monastieke beweging zich verspreid over de hele christelijke wereld. In het westen zijn vooral Antonius van Egypte, Paulus van Thebe en de kluizenaars in Nitrië, Kellia en de Sketis bekend, maar ook elders in Egypte leefden woestijnvaders, die om verschillende redenen interessant zijn: Bane bleek bijvoorbeeld aan Morbus Bechterew te lijden, wat direct verklaart waarom hij altijd staande at en sliep. In dit dossier komen vaders tot het jaar 450 aan de orde, naast de al genoemde: Amoen van Nitrië, Macarius de Egyptenaar, Macarius de Alexandrijn, Mozes de Zwarte, Johannes de Korte, Psoi (Bishoi) en Paulus van Tamma. Zie voor latere woestijnvaders het dossier Woestijnvaders (na 450).
Lees verder »