Geloof en rede
– Met dank aan wijsgerig theoloog Marcel Sarot –
Introductie
In het postmoderne Westen lijken geloof en rede bij elk contact te botsen. Al sinds de Verlichting, toen de rede de overhand kreeg. Althans, dat is het heersende beeld van de Verlichting. In de hedendaagse wetenschappelijke en politieke debatten over onderwerpen als Intelligent Design, de evolutionieleer en het creationisme vallen wetenschappers, theologen en politici over elkaar heen met godsdienstige danwel wetenschappelijke argumenten. Eindeloze discussies zijn het, die maar zelden uitkomst bieden. Van grote invloed is de visie die je hebt op de relatie tussen geloof en rede. Horen ze bij elkaar, heeft één van beide zonder meer gelijk of moeten ze gescheiden blijven? In dit dossier staat de katholieke visie op de verhouding tussen geloof en rede centraal.
Scholastiek
Scholastiek is de middeleeuwse filosofie en onderwijsmethode die vanaf de elfde eeuw tot stand kwam op de scholen. In de twaalfde en dertiende eeuw werd de scholastiek verder ontwikkeld aan de universiteit. Deze filosofie en methode is een logische manier van redeneren in de vorm van tegenstellingen, een soort dialectiek. Het woord dat scholastici gebruikten voor logica, was zelfs 'dialectica'. Het doel van de scholastiek is door logisch redeneren tot kennis over God te komen.
Sic et Non is een scholastieke tekst van filosoof, theoloog en logicus Petrus Abelardus (Pierre Abélard, 1079-1142). Vertaald uit het middeleeuwse Latijn betekent het 'Ja en Nee'. De tekst bevat geloofsvragen met stellingen inclusief hun ontkenningen. Bijvoorbeeld: “Moet het menselijk geloof worden vervolmaakt door de rede, of niet?” Een leerling van Abelardus was Petrus Lombardus (circa 1100-1160). Hij schreef het vierdelige werk, de Sententies (1152-58). Het boek behandelt allerlei vragen en stellingen. Per thesis worden de voor- en tegenargumenten genoemd en wordt een beargumenteerd antwoord gegeven. Paus Benedictus XVI greep in zijn eindejaarstoespraak op 30 december 2009 terug op Petrus Lombardus.
De scholastiek vond volgens velen haar hoogtepunt in de summa's van Thomas van Aquino (1224/5-1274). De thomistische filosofie ontmoette eerst weerstand, maar al snel werd Thomas van Aquino heilig verklaard (1323) en twee eeuwen later benoemd tot kerkleraar (1568). In 1879 riep paus Leo XII in zijn encycliek Dei Patris op tot een revival van de filosofie van Thomas van Aquino, en sindsdien wordt zij vaak gezien als officiële filosofie van de rooms-katholieke kerk. Enkele jaren eerder, in 1870, vond het Vaticanum I Dei Filius plaats, waarin het onderwerp 'geloof en rede' aan bod kwam en rationalisme veroordeeld werd. Bijna letterlijk werd overgenomen wat Thomas van Aquino zegt over de relatie tussen geloof en rede:
BRON: Catholic Encyclopedia
Luther & Calvijn
Bij Luther (1483-1546) en Calvijn (1509-1564) werd de rede minder belangrijk en de Bijbel belangrijker, zonder dat zij geloofden in een letterlijke onfeilbaarheid van elke Bijbeltekst. Calvijn ontwikkelde de accommodatieleer, die inhoudt dat God zich aanpast aan wat mensen begrijpen. Net zoals een moeder brabbelt met haar kind, 'verlaagt' God zich tot ons niveau. Hij spreekt in tekens die voor ons begrijpelijk zijn, zoals de regenboog en de wolk- en vuurkolom. Dat Calvijn de Bijbel volledig geaccommodeerd noemt, heeft grote invloed op de uitleg van de Bijbel omdat het immers een vereenvoudigde versie is zodat wij er met ons verstand bij kunnen.
Funderingsdenken
René Descartes (1596-1650), grondlegger van de moderne filosofie, is de man van de systematische twijfel. Van hem is de beroemde uitspraak 'Cogito ergo sum' (Ik denk dus ik ben). De veelgeciteerde woorden betekenen eigenlijk: ik twijfel dus ik ben. De twijfel zelf is de enige zekerheid. De Franse denker schreef Verhandeling over de methode (1637) en was daarmee de eerste die onderzocht wat de fundamenten zijn van (natuur)wetenschappelijke kennis. Hij stelde zich de vraag: hoe kunnen we komen tot goede kennis? Het kengebouw moest opnieuw worden opgetrokken, en het funderingsdenken was geboren. De fundering van het kengebouw is wiskunde, logica en empirie. Op basis van deze fundering kunnen we kennen, weten en wetenschappelijke uitspraken doen. Geloofsovertuigingen behoren niet tot die fundamentele kennis, en daarom werden die in het defensief gedrongen door het verlichtingsdenken. De protestantse theoloog Charles Hodge (1797-1878) koos er daarom voor om de Bijbel als letterlijk onfeilbaar te zien. Theologie wordt dan, net als de natuurwetenschappen, een inductieve wetenschap. Alleen zijn de feiten waar de theologie van uitgaat, geen empirische waarnemingen maar Bijbelteksten. Hodge staat hiermee aan de wieg van het fundamentalisme.
Relatie tussen geloof en rede
Er zijn drie standaardstrategieën om met de verhouding tussen wetenschap en geloof om te gaan. De eerste is het fundamentalisme: het geloof heeft gelijk, de wetenschap heeft ongelijk. De tweede strategie is die van het sciëntisme: de wetenschap beantwoordt alle vragen en het geloof is overbodig. Tenslotte is er de strategie van de boedelscheiding: de wetenschap houdt zich bezig met verklaringen en het geloof beperkt zich tot zingeving.
De katholieke kerk wijst al deze strategieën af, en wil geloof en rede bij elkaar houden, op zo'n wijze dat zij elkaar nodig hebben en aanvullen. Een voorbeeld daarvan is de Pauselijke encycliek Fides et Ratio (1998): “Geloof en rede (Fides et Ratio) zijn als twee vleugels waarmee de menselijke geest zich verheft om te waarheid te beschouwen.” Dit betekent ook dat niets wat de wetenschap ontdekt, in tegenspraak kan zijn met het geloof en de bijbel. De katholieke kerk staat uitermate positief ten opzichte van wetenschap en de rede. Dat blijkt uit het gegeven dat het Vaticaan beschikking heeft over een eigen sterrenobservatorium en de oude katholieke gewoonte om voorafgaand aan de theologiestudie eerst filosofie te studeren; eerst het philosophicum, dan het theologicum.
Fides
Fides is het Latijnse woord voor geloof. Het betekent 'geloven in', 'vertrouwen op', 'geloven dat'. Fides, geloof, is het fundament van je leven. De genade is de grens van de rede
God kennen door de schepping
Het is niet toevallig dat de moderne natuurwetenschap in het christelijke westen is ontstaan. Volgens het Jodendom en het christelijk geloof is het geschapene zelf niet goddelijk en mag het dus onderzocht worden. Verder is de schepping niet zo maar door toeval ontstaan, maar geschapen door een rationele God, een rationeel wezen. In de schepping is sprake van een systeem, een orde en natuurwetten. Het is mogelijk de schepping te begrijpen. Daarom kan de schepping ook onderzocht worden. Tenslotte heeft de God die de wereld heeft geschapen ook iets van zichzelf in de wereld gelegd. Daarom kun je uit onderzoek naar de wereld iets over God leren, en is het ook goed om de wereld te onderzoeken. De eerste onderzoekers waren niet voor niets paters en monniken. Zij zagen dat je de natuurwetten kunt en mag ontdekken, en dat je God erdoor leert kennen.